Weggooien

Soms kom ik een woord tegen waarvan ik de betekenis niet (meer) begrijp. ‘Weggooien’ is zo’n woord. Ik bekijk het aan alle kanten en kan er geen goed garen mee spinnen. Wat een raar woord eigenlijk. In onze maatschappij hebben we geleerd om alles wat wij niet meer nodig hebben of wat wij als ‘op’ beschouwen, weg te gooien. Hup, in de afvalbak ermee, deksel dicht en klaar. Snel naar de winkel om vervanging of iets beters te kopen.

 

Maar is iets door weg te gooien echt wel ‘weg’? Het is niet langer mijn probleem, maar ‘weg’ is het natuurlijk niet. Wat je hebt weggegooid ligt nog ergens, al is dat dan buiten de grenzen van jouw bereik. Iets is pas echt weg als het niet meer te vinden is, als het is opgelost of zo, of verbrandt in een afvalverwerkingsoven. Maar zelfs dan blijft ‘weg’ een relatief begrip. Het weggegooide ding laat hoe dan ook een voetafdruk achter in het milieu.

 

Mensen die mij kennen, weten dat ik zeer milieubewust ben. Hooguit één keer per maand haal ik een klein zakje restafval uit de prullenbak en gooi het in de afvalcontainer. Maar goed, dat het afval dan nog niet weg is, begrijpen we inmiddels. En als milieubewust persoon, heb ik grote moeite met dit woord en met het feit dat mijn afval niet weg is.

 

Dus ik heb een voorstel. Laten we het woord ‘weggooien’ vervangen voor ‘recyclen’. Ook ik ontkom niet aan dat kleine zakje dat ik eens in de maand in de container doe. Maar vergeleken met de hoeveelheden afval die in de aparte bakken gooi, stelt dat niet zo veel meer voor. 

Het plastic bewaar ik in een grote plastic zak, bijvoorbeeld waar het toiletpapier in heeft gezeten. Dat deponeer ik in de plasticbak van de gemeente. Het is niet weg, maar het wordt gerecycled. Zo draag ik een heerlijk warm vest, gemaakt van gerecycled plastic. Ja, echt!

Alles van papier - tot aan de labeltjes van theezakjes aan toe - bewaar ik in een papieren zak. Deze gaat in de papierbak van de gemeente die het recyclet. Daar wordt dan weer nieuw papier van gemaakt. Wat een ingenieus systeem. Heb je wel eens gerecycled papier in je handen gehad? Het voelt zacht aan. Het ziet er vredig uit. 

Al mijn kleding, diverse stoffen, kapot of nog zeer bruikbaar, geef ik aan de kringloopwinkel. ‘Onze’ kringloopwinkel geeft het geld dat hier aan wordt verdient zelfs weer weg aan goede doelen. Wow, hier word ik zo blij van. Nu koop ik gordijnen van gerecyclede stoffen. En laat ik kussen maken van alle soorten resten stof. Wil je wel geloven dat ik de mooiste kussens op mijn bank heb? 

 

Als appartementbewoner heb ik geen GFT afvalbak. Dus bewaar ik het groente- en fruitafval in een plastic zak in een klein emmertje. Volle zakjes neem ik mee naar mijn tuin, waar ik het op de composthoop gooi. (Het plastic zakje gaat uiteraard weer in de plasticbak van de gemeente.) Samen met het tuinafval kan het hier in een paar maanden composteren.

 

Dit prachtige proces volg ik al die tijd. Het krioelt van allerlei beestjes en onder het oppervlak gebeurt nog veel meer. Af en toe ga ik er met een hooivork doorheen om het afval om te scheppen. Nee, dat stinkt niet! Langzaam maar zeker verdwijnen de grote stukken en wordt het mooie zwarte aarde.

 

In het prachtige boek van Laura Vegter, ‘Naar de aarde’, las ik over de maker van wormenhotels en direct voelde ik mij met hem verbonden. Wat hij in de stad doet, doe ik op mijn tuin. 

 

Ik heb twee composthopen. De een ontvangt al het nieuwe organische afval en de ander laat ik in alle rust composteren. Tegen het voorjaar is al mijn GFT afval op die hoop-in-ruste volledig tot aarde gecomposteerd en geef ik het aan de bomen, planten en struiken in mijn tuin. Je gelooft het vast niet, maar als ik dat doe hoor ik ze bijna kirren van plezier. Betere aarde kunnen ze nauwelijks krijgen. Puur natuur, zonder giftige stoffen en met liefde gemaakt.

 

Dus weggooien? Nee, dat woord bestaat niet meer. We gooien het woord ‘weggooien’ weg. Dat is het enige dat niet gerecycled hoeft te worden.

 

 

November 2019

 

 

 

De natuur heeft geen haast

 

en toch komt alles af

 

Designed by Ed&Loes